De Aanval op de Lago-raffinaderij door U-BOAT 156
Vanuit Fort Zoutman moest Aruba ook de toenmalige economische basis van het eiland, de raffinaderij van San Nicolas, beschermen tegen vijandige aanvallen. Het industriële complex -net als dat op Curaçao- was belangrijk voor de productie van benzine en aanverwante aardolieproducten voor het geallieerde strijdtoneel tijdens de Tweede Wereldoorlog, Reeds in 1941 was 80 procent van de totale voorraad vliegtuigbenzine van de geallieerden afkomstig uit de Nederlandse Antillen. Later zou de strijd in Noord-Afrika geheel op Antilliaanse olie lopen. Tegen het einde van de oorlog komt driekwart van de olie voor de beslissende strijd in de Stille Oceaan van de Nederlandse eilanden.
In 1941, ten tijde van de aanval, had de Lago-raffinaderij zevenenveertighonderd werknemers in dienst en verwerkte de raffinaderij tweehonderdachtentwintigduizend vaten ruwe olie per dag. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was de de werkgelegenheid bij de Lago-raffinaderij gegroeid tot meer dan zevenduizend werknemers en de raffinaderij verwerkte driehonderdduizend vaten ruwe olie per dag. Dit komt neer op een half miljoen liter brandstof per uur, vierentwintig uur per dag.
De kustbatterij werd een waar verdedigingswerk met drie kanonnen, die bommen van 100 kilo maar liefst 18,5 kilometer trefzeker konden afschieten. Zij schoten daarbij over de hoogste installaties van de Lago-raffinaderij heen. De actieradius bestreek meer dan de helft van de zeestraat tussen Aruba en Venezuela. De dienstdoende officier en de 96 onderofficieren sliepen naast het geschutstuk in barakken. Dat waren voornamelijk KNIL-soldaten (uit het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger) en een eveneens uit Indië aangevoerde KNIL-kok zwaaide er met de pollepel.
Hitler bemoeide zich ten tijde van de oorlog driemaal persoonlijk met Aruba. Reeds begin 1940 legde de Duitse militaire staf hem een plan voor om de twee raffinaderijen op de Nederlandse Antillen (dus ook die van Curaçao) lam te leggen. Men wist dat de defensie rond deze kleine koloniale eilanden niet veel kon betekenen. Om de Verenigde Staten niet in een te vroeg stadium bij de oorlog te betrekken, zag Hitler evenwel van activiteiten op het westelijk halfrond af. Op 21 mei 1940 besloot de Führer om dezelfde reden af te zien van een bombardement van het inmiddels veiligheidshalve door Franse geallieerde militairen bezette Aruba.
De derde maal, na de Japanse aanval op Pearl Harbour in januari 1942, hoefde Duitsland de VS niet meer te omzeilen. Hitler gaf opdracht tot een verrassingsbeschieting van Aruba en Curaçao. In de nacht van 15 februari 1942 bereikte het oorlogsgeweld Aruba. Meer dan duizend Amerikaanse soldaten waren er enkele dagen tevoren geland, samen met zware en lichte artillerie, veldtelefoons en zoeklichten. Overal waren munitiedepots aangelegd. De Arubaanse raffinaderij -een van de grootste ter wereld- diende extra beschermd te worden, zeker nadat ook Japan zich in de strijd had gestort.
De aanval op de Lago-raffinaderij door de Duitse U-Boat 156 begon om 01:21 uur op 16 februari 1942, toen Kapitein Hartenstein het bevel gaf om een Torpedo af te schieten en 48 seconden later werd de tanker Pedernales geraakt in haar zij en explodeerde de tanker in een grote vuurbal.
Twee minuten later vuurde Captain Hartenstein een tweede torpedo af. De tweede torpedo sloeg in bij tanker Oranjestad en ook dat werd een inferno. In totaal gingen 7 tankers in vlammen op en kwamen 57 mensen om. Na de aanval werd er ook een niet ontplofte torpedo gevonden op het strand. De torpedo op het strand bij de Eagle-pier in februari 1942 ontplofte een dag later bij de ontmanteling. Daarbij kwamen vier Nederlandse militairen om het leven. Aan land vielen tijdens de aanval geen slachtoffers en dat is een groot wonder.
Aruba dutte in de bewuste februarinacht. Het telegraafkantoor was gesloten, zodat het buureiland Curaçao en tankers op zee niet gewaarschuwd konden worden voor de U-boten. De kustbatterij was paraat, maar kon in die nacht niets uithalen. Het uitzicht op zee was belemmerd door de dikke rook van de brandende tankers.
Het Duitse opperbevel had de oorspronkelijke orders veranderd waaronder Captain Hartenstein had gevaren. De oorspronkelijke orders waren om aan de oppervlakte te komen en de raffinaderij van Shell onder vuur te nemen met het 10,5 cm dek kanon. Op 15 februari 1942 werden echter gewijzigde orders via de radio aan U-156 doorgegeven, die luiden als volgt:
- De belangrijkste opdracht is om schepen aan te vallen.
- Als de aanvallen op de scheepvaart succesvol waren, dan kon de U-Boat alsnog beginnen met de artillerie aanval op het doelwit op het land.
Na het zinken van de tankers is de U-Boat inderdaad aan de oppervlakte gekomen, De onderzeeër was driekwart mijl van het rif voor de Lago-raffinaderij verwijderd. De artillerie aanval op de goed verlichte raffinaderij zou voorbij kunnen zijn in een paar minuten. De kapitein en bemanning waren opgetogen. De U-Boat had haar eerste deel van de aanval succesvol uitgevoerd en nu waren ze aan dek om ’s werelds grootste raffinaderij te vernietigen.
Het kanon was geladen en het bevel werd gegeven om te vuren. Zodra de order werd gegeven was er een explosie op het dek, de schutter werd onmiddellijk gedood, en de zeeman die de schutter bijstond werd tegen de commandotoren gesmeten, zijn been ging verloren door de explosie. In de opwinding had de overenthousiaste schutter nagelaten de afdichting uit het einde van het kanon te halen, en de loop van het 10,5 cm dekkanon was, bij het afvuren van de eerste granaat, ontploft.
Zonder het dek kanon kon er geen artillerie aanval op de raffinaderij worden uitgevoerd en ontsnapte de raffinaderij en het eiland aan een grote ramp.
Indien de dekschutter niet de fout gemaakt had de stop niet uit de loop te halen, dan had de raffinaderij vernietigd geworden en zou deze productie verloren gegaan zijn. En dat in een tijd waarin er een grote dorst naar brandstof was om de oorlogsmachine op gang te houden.
We kunnen alleen maar gissen hoe groot de invloed op het verloop van de tweede wereldoorlog geweest zou zijn.
Tot deze beroemde aanval was er van verduistering op het eiland weinig sprake en ook de verdediging was beperkt. Na de aanval werd de verduistering strikter nageleefd en werden geschutstellingen bij de vuurtoren van Seroe Colorado gemaakt.
Bron:
- Artikel London Times, aangevuld met informatie uit een artikel van Dan Jensen.
- “Wereld oorlog in de West”, 2004, Liesbeth van der Horst.
- “Juwana Morto, Kustbatterij Aruba”, door dr. J. Hartog; uitg. De Walburg Pers, Zutphen, 1987, 96 blz.